Klimaatconferentie 2025: Focus op lobbyisten – Wie heeft de toekomst?
COP30 in Brazilië bespreekt klimaatdoelstellingen en lobbywerk door de fossiele brandstoffenindustrie, terwijl de EU-staten verdeeld blijven.

Klimaatconferentie 2025: Focus op lobbyisten – Wie heeft de toekomst?
De stemming is verhit op de huidige VN-klimaatconferentie, die van 6 tot 17 november plaatsvindt in Belém, Brazilië. Met ruim 50.000 deelnemers, waaronder 1.600 vertegenwoordigers van olie-, gas- en kolenbedrijven, is het een van de grootste klimaattoppen uit de geschiedenis. De invloed van de lobby voor fossiele brandstoffen wordt als alarmerend luid ervaren, aangezien één op de 25 deelnemers geassocieerd wordt met bedrijven die bijdragen aan de klimaatcrisis. Dit recordaantal overtreft zelfs de meeste landen, afgezien van de Braziliaanse delegatie zelf Dagelijkse spiegel.
Achter de schermen zorgen economische vijandigheid en ideologische weerstand ervoor dat ambitieuze klimaatdoelstellingen vaak naar de achtergrond worden geduwd. Landen staan sceptisch tegenover de uitvoering van klimaatbeleid, vooral als dit wordt gebruikt als zondebok voor bedrijfsfaillissementen. Het verzet tegen klimaatbescherming is vooral uitgesproken bij rechts-conservatieve regeringen, waarbij landen als Polen en andere Oost-Europese landen bijzonder kritisch zijn over het klimaatbeleid MDR.
Lobbyen en klimaatbescherming
De dominantie van de lobby voor fossiele brandstoffen op de conferentie roept vragen op over hoe serieus klimaatbescherming werkelijk is. De invloed van deze lobby is de afgelopen jaren al zichtbaar en ook op deze conferentie proberen fossiele bedrijven met alle macht hun belangen te laten gelden. Critici zijn bezorgd dat de aanwezigheid van zoveel lobbyisten de vooruitgang op het gebied van klimaatbescherming aanzienlijk zou kunnen belemmeren. Op de vorige klimaatconferentie in Dubai was de OPEC aanwezig en riep op om niet af te stappen van fossiele brandstoffen Lobbycontrole.
De discussie over het uitfaseren van fossiele brandstoffen is een centraal onderwerp van de conferentie. Gelukkig zijn er ook pogingen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs verder te bevorderen. Dit vereist dat de verdragsstaten elke vijf jaar concrete plannen indienen om de 1,5 graaddoelstelling te halen. Tot dusver is er echter sprake van een grote kloof in de uitvoering van de nationale klimaatbeschermingsplannen, wat niet bepaald optimistisch is.
Een sprankje hoop in de schaduw van de lobby
Ondanks de ongunstige omstandigheden zijn er enkele positieve ontwikkelingen. Een van de belangrijkste initiatieven van COP30 is de oprichting van het Tropical Forest Fund (TFFF), dat tot doel heeft de bescherming van tropische regenwouden te bevorderen. Er zal een fonds met een streefwaarde van 125 miljard dollar worden opgezet om dit waardevolle leefgebied veilig te stellen. Duitsland heeft al aangekondigd dat het een miljard dollar zal bijdragen aan dit fonds, wat kan worden gezien als een positief teken voor de internationale samenwerking op het gebied van klimaatbescherming.
Hoewel de resultaten van de conferentie nog steeds onduidelijk zijn en de onderhandelingen niet publiekelijk plaatsvinden, blijft het te hopen dat er daadwerkelijk vooruitgang zal worden geboekt, ook al is de invloed van fossiele brandstoffen alomtegenwoordig. Het blijft belangrijk dat staten deze uitdagingen serieus nemen en laten zien dat ambitieuze klimaatdoelstellingen haalbaar zijn, zelfs in uitdagende economische tijden.